Bed blocking wordt vaak gezien als een capaciteitsprobleem, maar de coordinatie van ziekenhuis naar intramurale nazorg zorgt voor vertraging
Interview met Josefine Janssens, promovendus en Business Partner Procesverbetering & Innovatie Amphia ziekenhuis Breda
Josefine combineert haar rol bij het Amphia met een promotietraject over de coördinatie van ziekenhuis naar nazorg. Recent verscheen haar eerste wetenschappelijke publicatie over bed blocking, een onderwerp met grote impact op de zorgketen.
Waarom heb je gekozen voor dit promotieonderzoek?
‘Eigenlijk is het onderwerp op mijn pad gekomen via Amphia en TMZ. Zij zochten iemand die onderzoek wilde doen naar de uitstroom van patiënten naar nazorg. Toen ik in gesprek kwam met Frits van Merode (professor Zorglogistiek Universiteit Maastricht), raakte ik echt enthousiast. Het sluit goed aan bij mijn werk: ik houd me dagelijks bezig met procesverbetering en capaciteitsvraagstukken. De match was er meteen.’
Waar gaat je onderzoek precies over?
‘Mijn promotie draait om de coördinatie tussen ziekenhuis en ketenpartners: hoe regelen we de overdracht van patiënten die niet naar huis kunnen, maar naar een intramurale vervolgvoorziening moeten, zoals geriatrische revalidatie, ELV-bedden of hospice. Het promotietraject is parttime en duurt daarom naar verwachting in totaal ongeveer acht jaar. Het bestaat uit vier of vijf papers: de eerste paper brengt het probleem in kaart, de tweede onderzoekt hoe de coördinatie nu verloopt, de derde paper gaat zich waarschijnlijk richten op hoe het beter kan.’
Wat is de kern van je eerste publicatie?
‘We hebben onderzocht hoeveel bedden worden bezet door patiënten die medisch klaar zijn voor ontslag maar die wachten op vervolgzorg en wat de coördinatiestappen daarin zijn. In 2023 ging het in Amphia om 10.851 beddagen die bezet bleven, terwijl de patiënten medisch gezien klaar waren voor ontslag. Dat is ongeveer 6% van de totale ziekenhuiscapaciteit, vergelijkbaar met een afdeling interne geneeskunde die een jaar lang vol ligt met deze patiëntencategorie.
Vaak wordt gedacht dat dit door gebrek aan plekken in de VVT komt, maar ons onderzoek laat zien dat vertraging in het coördinatieproces een minstens zo belangrijke rol speelt. Stappen in het proces starten vaak pas nadat een patiënt ‘ontslagklaar’ is, en door gebrek aan uniformiteit en afstemming lopen er dagen vertraging op, zeker in weekenden.’
Waarom is dit onderwerp zo belangrijk?
‘Bed blocking heeft grote gevolgen voor de hele keten. Het belemmert de instroom van nieuwe patiënten, zorgt voor inefficiënt gebruik van dure ziekenhuisbedden en legt druk op medewerkers. Tegelijk zijn de patiënten waar het om gaat vaak kwetsbaar en hebben ze passende vervolgzorg nodig. Dit onderwerp raakt dus zowel de kwaliteit van zorg als de capaciteit van het systeem.’
Wat zijn je ambities?
‘Het transformatieplan dat hierop voortbouwt heeft als doel om in 2027 15% minder bedblockingdagen te realiseren dan in 2023, dat zijn zo’n 1.638 dagen minder. Dat vraagt om meer dan alleen extra plekken. We werken aan betere aanmeldportalen voor regionaal inzicht, eenduidige opnameregels, een duidelijke governance- en overlegstructuur en een betrouwbare database om data-gedreven te kunnen sturen.’
Hoe kijk je terug op deze eerste publicatie?
‘Het voelt als een echte mijlpaal. Naast mijn twee kinderen heb ik nu ook een ‘wetenschappelijk kindje’, zegt Josefine met een glimlach. ‘Het was een pittig proces met de nodige hobbels, maar ik ben trots dat het gelukt is. Het mooiste vind ik dat betrokken partijen het probleem herkennen en het onderzoek enthousiast ontvangen. Dat motiveert enorm voor de volgende stappen.’
Samenvatting
Achtergrond en doel
Bed blocking (ook wel delayed discharge) verwijst naar situaties waarin patiënten die klinisch gereed zijn voor ontslag, toch in het ziekenhuis blijven, omdat er geen geschikte plek beschikbaar is in intramurale nazorg (IMC: intramural care, bijvoorbeeld geriatrische revalidatie, woonzorg, hospice).
Veel onderzoek focust op capaciteitsproblemen (te weinig plekken), maar de auteur stelt dat coördinatie een cruciale, maar vaak onderschatte rol kan spelen.
De centrale onderzoeksvraag is: In hoeverre komt bed blocking door patiënten die wachten op IMC voor, en kan dit primair verklaard worden vanuit capaciteitsproblemen of vanuit coördinatieproblemen?
Methode
Case-studie in de regio rond Breda (West-Brabant), in samenwerking met Amphia ziekenhuis en diverse IMC-organisaties.
- Gebruikte mixed methods aanpak: kwantitatieve data (ziekenhuisgegevens, IMC-gegevens, data van zorgverzekeraar) + documenten + interviews (medewerkers ziekenhuis, IMC).
- Patiëntpaden werden gemodelleerd als netwerken (grafentheorie) om te analyseren hoe patiënten door het systeem bewegen en waar vertraging optreedt.
- De coördinatie werd ontleed in verschillende stappen (transfer order, opvang, bevestiging, ontslag enz.), en voor elk van die stappen werd gekeken naar de timing (cycle times) en wachttijd.
Resultaten
Periode onderzoek | 2019 – 2023 |
Totale bed-blocking dagen | 37.055 dagen |
Gemiddeld aantal bedden bezet door bed blocking | 2019: 20,2 per dag 2023: 29,7 per dag |
Aandeel ziekenhuiscapaciteit ingenomen door bed blocking | 6% (2023) |
Percentage patiënten met vertraging bij overdracht naar IMC | 62% |
Aantal verschillende overdrachtsroutes (coördinatiestappen) | 155 |
Casussen waarin coördinatie pas ná medisch ontslag begon | 77% |
Verdeling vertraging per coördinatiestap | Laatste stap (ontslag): 51% van vertraging Bevestiging IMC: 30% |
Gegevens over IMC-capaciteit | Onvolledig / niet uniform beschikbaar |
Hoewel de auteur probeerde capaciteitsdata van IMC-organisaties te verzamelen, waren die incompleet of niet uniform; daardoor kon ze niet achterhalen in hoeverre pure capaciteitstekorten (bijvoorbeeld echt geen bed) de vertragingen veroorzaakten.
Conclusies en implicaties
Bed blocking fungeert vooral als symptoom van een gebrekkig coördinatiesysteem, niet per se uitsluitend van een tekort aan IMC-capaciteit.
Er is geen centraal overzicht van alle beschikbare IMC-capaciteit in de regio, wat besluitvorming bemoeilijkt.
Om het systeem beter te beheersen, zijn inzicht, transparantie en slack capacity (bijspringcapaciteit) nodig, je moet ruimte hebben om onverwachte schommelingen op te vangen.
De auteur pleit voor een closed-loop sturing: informatie over capaciteit en toekomstige vraag moet teruggekoppeld worden in de planning van opname, behandeling en ontslag.
Ze erkennen beperkingen: onvolledige registratie van coördinatiestappen, ontbrekende data over welke IMC-organisatie een patiënt kreeg, en de vraag of bed blocking echt ‘problematisch’ is (bijvoorbeeld als er geen andere wachtende patiënten zijn, is het beslag op het bed misschien niet een acute calamiteit).
Publicatie (september 2025)
Bed Blocking by Hospitalized Patients Awaiting Admission to Intramural Aftercare: A Case Study on Transfer Coordination
Door Josefine M. F. Janssens, Annelies van der Ham, Dirk Ruwaard en Frits van Merode
Het onderzoek van Josefine wordt mogelijk gemaakt door de TMZ-organisaties en een subsidie vanuit ZonMw Regionale samenwerking ‘Leren transformeren van zorg naar gezondheid’
Josefine Janssens toont trots
haar eerste paper.